donderdag 19 april 2018
Ontbijt…ik smeer een boterhammetje voor mijn dochter van 4. Lekker kopje thee erbij. Voor mezelf een paar rijstwafels met sandwichspread. Geen brood voor mij. Ik ben glutenvrij. Alweer een jaar of 20 inmiddels.
Het begon met buikpijn. En moe, moe, moe zijn. Een bloedonderzoek en gastroscopie verder bleek ik coeliakie te hebben. En dus had ik een glutenvrij dieet nodig. Dat was best een behoorlijke omschakeling. Ik was puber en wilde vooral niet anders zijn. En daar zat ik dan op school. Met mijn stomme, smakeloze glutenvrije boterhammen. Anders te zijn. Maar ik knapte op, voelde me beter en leerde wennen aan de glutenvrije boterhammen.
Ik maak de schooltas van mijn meisje klaar. Appeltje, beker met yoghi. En mijn eigen tas voor m’n werk. Glutenvrij brood met kaas. En een beetje bouillonpoeder. Het glutenvrije brood heb ik nu, jaren later, nog steeds niet echt leren waarderen. Maar daar heb ik truckjes voor. Thuis rooster ik mijn brood. Beetje pindakaas, plakje komkommer en een klein beetje sambal maakt het al een heel stuk beter. Op m'n werk doop ik vaak in tomatenbouillon. Dan is het niet zo droog.
“aah…doe niet zo flauw, een keertje maar” en ”dieet? Dat heb je toch niet nodig? Je bent hartstikke slank”. Of wat dacht je van ”handig zo’n glutenvrij dieet, je mag geen koek en taart, blijf je mooi slank van”. Ik heb ze de afgelopen jaren allemaal voorbij horen komen. En altijd lach ik vriendelijk en vertel ik dat ik niet kan zondigen, omdat ik dan echt doodziek wordt. (zoals die ene keer in dat restaurant, toen ik de bob was, de rest gedronken had en ik bij het toetje toch per ongeluk cake had gekregen. Geloof me, de terugrijden was geen pretje!) Dat ik misschien wel slank ben, maar dat mijn dieet daar niks mee te maken heeft (sinds ik moeder ben, ben ik ook niet zo heel slank meer trouwens) en dat ik inderdaad geen koekjes of taart mag, maar dat er nog genoeg “slechte” dingen zijn die ook ik mag eten en dus moet zien te weerstaan.
Avondeten. Spaghetti vandaag. Ik zet twee pannen water op. Het steelpannetje is voor mij, het andere pannetje voor man en kind. Mijn spaghetti is wat plakkeriger, maar goed te eten. Als ik het goed herinner smaakt te zelfs hetzelfde. Al zegt manlief van niet. Ik weet na al die jaren niet meer beter. Ik maak meestal saus van een pakje gezeefde tomaten, geen kant en klare saus, dus dat kan in 1 pan. Scheelt weer in de afwas. Het smaakt me best.
In de afgelopen jaren zijn er heel veel glutenvrije producten bijgekomen die heel goed te eten zijn. Toen ik “begon” was er niet zo heel veel, maar tegenwoordig kun je bijna alles krijgen. Als je maar een dikke portemonnee meebrengt, want prijzig is het wel. Maar ja, een gezond lijf, daar heb je ook wel wat voor over. Toch? Nee het echte “probleem”zit hem bij glutenvrij eten in het sociale. De onwetendheid van mensen, die denken dat je overdrijft, of dat je hip doet. Of het lastige bij uit eten gaan. Weet de kok echt wel wat hij doet? En krijg ik straks meer dan een kaal stukje vlees? Zijn de frietjes wel apart gebakken van de kroketten en de frikadellen? Dat soort dingen flitsen steeds door m’n hoofd. Maar ook, ik voel me goed, als ik me maar aan m’n dieet houdt. Dus ziek? Ook dat ben ik al een jaar of 15 niet meer!
Ik breng m’n dochter naar bed en plof op de bank. Met een kopje koffie en een lekkere (glutenvrije) stroopwafel. Soms moet je jezelf verwennen!
Dit gastblog is geschreven door Ilse Fisic. Ilse heeft al sinds haar tienerjaren coeliakie.
Deze blog is eerder geplaatst in 2013.